Fair Furniture Group – Vepa: Je moet niet duurzaam denken, je moet duurzaam doen

Emmen –  vandaag mogen wij een kijkje nemen binnen de meest duurzame kantoor- en projectmeubelfabrikant van Nederland. Alhoewel ze het mede door de Drentse nuchterheid niet van de daken schreeuwen, weet Vepa vanuit hun FFG Academy in Emmen de grenzen van duurzaamheid te verleggen. Erik Luisman is sinds 2014 duurzaamheidsambassadeur bij de onderneming en daarmee dé aangewezen persoon om hier meer over te vertellen.

Bij aankomst aan de James Cookstraat 20 is het nogal een grauwe en grijze dag. Eén stap door de entree van Vepa zorgt vervolgens voor een gigantisch contrast met het druilerige weer. De hoge ruimte wordt gevuld met moderne meubelstukken, luxe trappen en stijlvolle vergaderkamers. We worden ontvangen door Erik, en lopen samen voor een kop koffie naar de counter.

Erik legt uit dat Vepa een onderdeel is van de Fair Furniture Group, een organisatie die zich bezighoudt met meubelproductie over verschillende facetten met meerdere merken. De voornaamste overeenkomst tussen deze ondernemingen is, al verklapt de naam dat wellicht al,  dat de duurzame productie en maatschappelijke impact hoog in het vaandel staan. Vepa is dus een van de zeven onderdelen van Fair Furniture Group, maar mét een rijke historie als losstaande onderneming.

Nummer 1
Vepa noemt zichzelf de meest duurzame fabrikant van kantoor-, of projectmeubelen. Nu is dat nogal een uitspraak, maar de onderneming voegt daad bij het woord door de ontwikkeling van verschillende initiatieven op het gebied van circulariteit en modulariteit. De 450 medewerkers op vier verschillende locaties zetten zich dus gezamenlijk in voor eerlijke meubels en een kentering in de industrie.

Dat is één van de redenen dat Erik zo graag werkt bij de meubelfabrikant. “We herstructureren constant verschillende processen, blijven nieuwe materialen ontwikkelen en denken aan optimalisatie van circulariteit. Voordat we beginnen met ontwerpen, gebruiken we de hoogste eisen van duurzaamheid als leidraad.” Vooral tijdens de Covid-tijd heeft het Drentse bedrijf een grote hoeveelheid onderzoek gedaan naar duurzame materiaalsoorten en ontwikkeling ervan. Erik vertelt daar dan ook meteen bij dat ze daar op dit moment de vruchten van plukken. “Tijdens die situatie stonden we net als andere fabrikanten voor moeilijke opgaven, maar we hebben gekozen voor doorontwikkeling van nieuwe initiatieven.”

Samenwerken loont
Eén van die nieuwe initiatieven waar Erik op doelt, is de samenwerking met Plantics uit Arnhem en HempFlax uit Oude Pekela voor de ontwikkeling van nieuwe materialen. Met de Gelderse en Groningse ondernemingen is er een stoelkuip geproduceerd die voldoet aan alle eisen van de toekomst. De stoelkuip is namelijk gemaakt van 100% plantaardige restmaterialen.

In de achtertuin van Vepa werd er allereerst geëxperimenteerd met verschillende gewassen en materiaalsoorten, waarbij bleek dat hennep een veelbelovende en sterke vezel is voor meubelproductie. HempFlax is vervolgens aangehaakt, waarbij de onderneming uit Oude Pekela van de gedroogde hennep de restvezels en het hout scheidt. Van deze vezels werden matten gemaakt, maar deze zijn natuurlijk bij lange na niet sterk genoeg om een duurzame stoelkuip te maken. Om de juiste vorm te houden, stevigheid te garanderen, maar toch zo duurzaam mogelijk te produceren moest er een list verzonnen worden.

Die list voor de stoel van Vepa werd dus bedacht in samenwerking met Plantics vertelt Erik. “Eigenlijk kwamen ze per ongeluk achter dit type hars, maar het leent zich echt perfect voor het verstevigen van de vezelmatten. We zijn samen gaan ontwikkelen en kwamen met de oplossing die we zochten.”  Het werd dus een biohars, waardoor de kuipstoel gemaakt is van melasse, hars en hennepmatten. Het resultaat? Een stoel van biocomposiet met een negatieve footprint.

Wil dat zeggen dat Vepa zich volledig met deze onderdelen bezighoudt? Het simpele antwoord is nee. De onderneming houdt zich namelijk bezig met zo veel meer soorten van duurzaam handelen en produceren. Erik vertelt over twee kernbegrippen van hun handelen; circulariteit en modulariteit. Bij alles wordt er nagedacht over de circulariteit van de producten en de verschillende ‘modules’ waaruit dat product bestaat. Zie bijvoorbeeld het stalen frame van die eerdergenoemde stoel als module. Deze kan je opnieuw gebruiken na verloop van tijd.

Om aan te geven dat er veel hergebruikt kan worden in de meubelindustrie, ook vanuit andere industrieën, heeft Vepa van BlueWrap stoelen gemaakt. De Blue Finn collectie bestaat uit zittingen waarvan 85% gerecyclede wikkels voor het steriel houden van medische instrumenten uit een aantal Nederlandse ziekenhuizen. “Een prachtige vorm van het voorkomen van virgin materialen, samen met ketenpartners Prezero en Bywyd restafval inzamelen bij ziekenhuizen, om dit vervolgens als stoelen van hun eigen afval weer aan te leveren.” Ook deze stoelen zijn weer modulair, met een inwisselbaar kuipje en een simpel stalen frame die volledig hergebruikt kan worden via het eigen circulaire centrum van Vepa.

Het bovengenoemde voorbeeld van het modulaire en het circulaire is dus een simpel voorbeeld, maar wordt ook in moeilijker constructies van Vepa toegepast. Zo is de onderneming klaar voor jouw stijlkeuzes, maar ook voor hun toekomst.

Erik Luisman van Vepa in het Research Lab voor biobased ontwikkelingen
Scroll naar boven